Schermen is een uitdagende sport waarbij je de tegenstander probeert te raken zonder zelf getroffen te worden. En laat die tegenstander nu hetzelfde idee hebben, dus daarmee is het spel begonnen.

 

Techniek, concentratie, coördinatie en snelheid zijn allen belangrijk om de ander af te troeven. Maar onderschat vooral ook niet de mentale kant, durf jij iemand aan te pakken die je zelfverzekerd op de loper staat op te wachten? Al deze aspecten komen dus aan bod in de training en dat maakt schermen ook zo’n leuke en diverse sport.

 

De schermsport is opgedeeld in drie catagorieen gebaseerd op de drie verschillende wapens. Iedere schermer specialiseert zich typisch op één wapen:

 

  • Floret: dit is het wapen waaruit de moderne schermsport zich heeft ontwikkeld. Om het beoefenen van de schermsport veiliger te maken werden er regels opgesteld hoe men diende te schermen. Zo werd alleen de romp, en tegenwoordig de keellap, geldig trefvlak. Daarnaast geldt ook het recht van aanval, zodoende dat als de ander het initiatief neemt, je zelf eerst moet weren voordat je terug steekt. Tegenwoordig wordt er vooral ook op gelet dat met de regels een mooie schermstijl wordt gevormd. Met al deze regels over het recht van aanval heet de floret ook wel een conventiewapen. De scheidsrechter heeft uiteindelijk het laatste woord, en het is daarbij ook belangrijk duidelijk te schermen zodat de scheidsrechter ziet wat je doet.
  • Degen: met de huidige technologie is er voor de veiligheid geen enkele reden meer het trefvlak te beperken. En daar komt de degen om de hoek. Daarbij heeft de degen ook een grotere kom dan de floret, omdat inderdaad ook je hand geldig trefvlak is. In principe mag je met degen je tegenstander overal raken, van het puntje van z’n teen tot midden op het masker. Dit zijn overigens niet de makkelijkste treffers, maar maakt het een extra uitdaging.
    De degen kent ook geen recht van aanval, de eerste die treft heeft een punt. En als beiden binnen 1/25e van een seconde treffen krijgen beiden een punt. 40 ms klinkt kort maar die “doubles” gebeuren regelmatig.
  • Sabel: de sabel is in tegenstelling tot degen en floret een slagwapen. Treffers hoeven dus niet alleen met de punt gemaakt te worden. Zoals bij floret, gelden ook bij sabel allerlei conventies over het recht van aanval. Het geldig trefvlak voor sabel is alles boven de gordel. De benen zijn toch minder belangrijk met dit van oudsher cavalerie-wapen. Dat gezegd hebbende zijn sabelpartijen wel de kortste en meest intensieve partijen van alle wapens. Afweren is moeilijker dan bij de steekwapens en dat maakt afstand en voetenwerk extra belangrijk. Zodoende wordt bij sabel meestal de hele lengte van de 14 meter lange loper gebruikt.